Het thema van de week was muziek en dans. Beide begrippen komen voor in psalm 149 dus wat stond ons in de weg? Er bleek heel veel in de weg te staan bij deze Psalm. Wie in de traditiegeschiedenis van deze psalm duikt ontdekt obstakels, boosheid en woede om wat deze psalm beschrijft. Je kunt deze psalm niet lezen zonder dat er wat geraakt wordt. Het liefst van al zouden we deze psalm wellicht in tweeën willen scheuren, waarbij we het eerste deel zouden vasthouden en het tweede deel zouden willen vergeten. Karel Eykman noemt deze psalm bijvoorbeeld ‘een psalm van niks’. Wat ga je dan doen als begeleiders? Houd je je vast aan de tekst als geheel, of licht je er maar een paar verzen uit en houd je het zo verteerbaar? Theologisch valt er veel voor te zeggen om vast te houden aan de tekst zoals die tot ons komt, van letter tot letter is de tekst dan waardevol in zichzelf. Er is theologisch gesproken echter ook veel voor te zeggen als je zoekt naar geestelijke interpretatie van de letters voor vandaag, waarbij je de witte ruimte tussen de zwarte letters op papier benut om de zeggingskracht naar voren te laten komen. Vaak worden deze twee benaderingen tegen elkaar uitgespeeld. In de workshop bleken ze naast elkaar te staan door een derde benadering toe te voegen vanuit onverdachte hoek: Playing Arts. Dit is een begrip geïntroduceerd door o.a. Christoph Riemer. In Liechtenstein interpreteerden we dit als volgt. We gebruikten het gedicht “Die Tänzerin” en hoorden muziek. We verdiepten ons in de woorden van het gedicht, we dansten met hulp van de drie dimensies van Laban om te onderzoeken wat ons in beweging bracht. Vervolgens legden we muziek en gedicht náást de tekst van Psalm 149. De impulsen vanuit het gedicht en de muziek van de morgen ontsluierden de weerbarstige woorden van de psalm in de middag. Playing Arts: iets onverwachts van buiten wordt als impuls toegevoegd aan een tekst om een nieuwe verbinding met je eigen leven tot stand te brengen. Wat een waardevolle dag waarin er barsten in de tekst kwamen. Bij het woord ‘dansen’ heeft iedereen gelijk een beeld én een oordeel klaar. Dansen is echter niet alleen maar stijldansen of streetdance, maar nog zoveel meer. De één houdt van volksdansen, de ander verliest haar hart aan de mystieke dans. Zwieren, zwaaien en zweven doe je niet alleen op de dansvloer maar ook op de kermis en in het bos. Uiteindelijk is dansen echter niets anders dan ‘bewegen van het lichaam al dan niet op muziek’. Want ook zónder dat er muziek is kun je dansen. Rudolf van Laban heeft in zijn danstheorie 3 kwaliteiten benoemd waarmee je je bewegingsruimte kunt vergroten. De eerste is de kwaliteit van tijd (langzaam - snel), de tweede van ruimte (rechte lijnen - ronde lijnen) en de derde van intensiteit (zwaar - licht). Deze zes kun je aan elkaar koppelen in een grote hoeveelheid variaties waarbij je bovendien kunt verschuiven van de ene polariteit naar de andere. Met deze informatie in ons achterhoofd ontdekten we in de workshop van Maria en Bruno dat je ook heel goed kunt dansen met je ellebogen, je tenen of zelfs gewoon zittend op een stoel aan een tafel! Langzaam en zwaar dansen in rechte lijnen klinkt zo opeens veel positiever dan jezelf beschrijven als houterig en a-ritmisch. Dansen is niet alleen voor de lenigsten onder ons, maar voor iedereen die met 1 lichaamsdeel beweging kan maken. En gelukkig kunnen de meesten van ons aan die voorwaarde voldoen 😊 In de week in Liechtenstein was het thema dans en muziek.
Ons was gevraagd om een muziekinstrument mee te nemen. Niet iedereen had een instrument dat vervoerd kon worden en niet iedereen kon een muziekinstrument bespelen. Dus was de opdracht lichtjes veranderd in “neem iets mee waarmee je muziek kunt maken”. Hierdoor werd onze creativiteit in gang gezet. We kwamen aan met slagwerk- en ritmeinstrumenten van keukenrasp, deksels, spijkers in een potje, een bamboepijpje met rijstkorrels als regeninstrument, een ijzeren kam en een grote fles half gevuld met water. Er bleek opeens heel veel muziek in onze dagelijkse omgeving te zijn waar we tot voor kort geen erg in hadden! Onze docenten hadden gehoopt op een meer melodisch orkest, en wat ze kregen was een samenraapsel van ritmisch geluid waar eigenlijk geen melodische tonen mee konden worden gemaakt. Was dit nog wel muziek? Het was níet de muziek die zij in gedachten hadden gehad, en dansen op die muziek bleek een hele kunst. Luisteren naar deze muziek was ook knap ingewikkeld, want het waren korte tonen en ritmes die moeilijk te ordenen bleken. Nóg ingewikkelder was het om een orkest te vormen waarin alle geluiden tot een samenhangend geheel werden ingezet. Een enorme klankchaos was het resultaat. We kwamen er niet uit. Er was een leider voor nodig die ons vroeg om met 1 instrument te beginnen, waarna de anderen daar stuk voor stuk bij aansloten. Pas toen kwam er aandacht voor elkaar, en voor de eigen ritmiek. Soms is er een outsider nodig om te ontdekken dat chaos in de muziek zoveel kan zeggen over je eigen innerlijk! Het is voor de meesten van ons heel vanzelfsprekend om te bewegen in tijd en ruimte. Het gebeurt zonder dat we ons er bewust van zijn wat ruimte met ons doet. Als je eenzelfde verhaal in bibliodrama uitspeelt in verschillende ruimten zul je merken dat het veel verschil maakt hoe de ruimte ingedeeld is, waar het licht en donker valt, waar de tafels en stoelen staan en welke voorwerpen zich in de ruimte bevinden.
Als je begeleider bent en je kent de ruimte niet, is het altijd handig om de beheerders te vragen wélke ruimte je ter beschikking hebt en daar foto’s van te krijgen met aanduidingen waar het licht vandaan komt. Het maakt ook uit of je binnen of buiten het gebouw speelt. Ook de natuur kan vóór je werken of tégen je werken. Buiten spelen levert een ander verhaal op en andere impulsen dan in een superwarm schoollokaal of een koud zaaltje met alleen kunstlicht. In Liechtenstein merkte ik hoe de omgeving van de bergen, met de wijngaarden om ons heen én uitzicht op het kasteel heel beklemmend konden werken op onze spelimpulsen als het mistig was, maar ook ruimte gaven als de zon doorbrak. Soms moet je op reis gaan om te ontdekken hóe belangrijk de (speel)ruimte is. Een mooie vorm van ‘opwarming’ en ‘verbinding’ tussen de plek die je achter je liet en de plek waar je op dat moment aanwezig bent is wat ik in Liechtenstein meemaakte.
We zagen als groep elkaar na een half jaar weer terug in Liechtenstein. Maar 2 mensen ontbraken wegens omstandigheden, en 1 deelnemer die er in Vilnius niet bij was schoof nu gelukkig wél aan. Hoe zorg je er dan voor dat de spanningsboog tussen ‘toen’ en ‘nu’ gemaakt wordt? Toen we in de ruimte kwamen lagen er in het centrum allemaal lucifersdoosjes. Daarop stonden heel verschillende plaatjes. In de kring deden we eerst bodywork, waarbij we elkaar nét niet aanraakten maar wel steeds naar elkaar toe bewogen. Daarnaast waren er ook bewegingen die uitdrukten hoe je dingen verplaatste van achteren naar voren, hoe je dingen los kon laten en ook andere dingen vast kon pakken, of over kon geven aan elkaar. Zo maakten we in beweging de overgang van ‘overal vandaan’ naar ‘hier en nu’. We eindigden dit onderdeel met het afstrijken van boven naar beneden, alles wat niet meer nodig is weg laten vloeien en teruggeven aan de aarde. En daarna openden we ons naar elkaar toe en naar de hemel om nieuwe dingen te ontvangen. Vervolgens werd het stil – ruimte om in jezelf te ontdekken welke emoties er waren. We mochten dat in 1 woord omvatten, waarna we werden uitgenodigd om rond de lucifersdoosjes te lopen en te onderzoeken welk plaatje het beste bij ons gevoel paste. Dat lucifersdoosje namen we mee. Vervolgens openden we het lucifersdoosje en maakten mét de lucifers een symbool dat reflecteerde wat er gebeurde tussen Vilnius en Liechtenstein. Dit bespraken we met elkaar in groepjes van 3. Afsluitend vertelden we in de grote kring 1 zin van wat we wilden delen. Het effect hiervan? Met respect voor alles wat in ons leven gebeurd was sinds onze eerste cursusweek in Vilnius kwamen we met elkaar als groep weer in verbinding dankzij lichaamstaal, ruimte voor emoties en luciferhoutjes. Hilde en Anne gingen letterlijk en figuurlijk op pad met mensen die in een oncotraject zitten. Loslaten, of meenemen, omkijken of verder gaan is voortdurend deel van hun leven op een heel uitdrukkelijke manier. Wat kan hierin helpend zijn? Wat neem ik mee als krachtbron en wat laat ik achter mij? Heel lijfelijk gingen de deelnemers ook de weg, bouwden ze ruines en gingen zelfs het gevecht aan. Ze keerden anders huiswaarts en hopelijk blijven hun krachtpuntjes nagloeien in hun leven van elke dag.
Foto's zie je hier. Vorige zaterdag mochten we met deelnemers uit alle Vlaamse provincies onze vleugels uitslaan en onze pluimen verdienen dankzij het voorbereidingswerk van Anne Coussement en de enthousiaste begeleiding van Gert Boeckx. We verzamlden een vogelalfabet, herkenden in hun typische eigenschappen een Bijbelfiguur en zongen uit volle borst een inspirerend en eigen gemaakt bijbelvogellied.
Kraaien hebben voor ons geen verrassingen meer, of toch wel? Wanneer ze het gesprek met God aangaan worden we toch nog verrast. En dan blijkt dat is vrijwel elk bekende verhaal uit de bijbel een "vergeten" vogel een hoofdrol speelde. Het was verrassend, speels en vrolijk, maar het raakte ook aan ons hart, kietelde vragen wakker en zetten ons aan het denken en voelen. Wat een dag! Tevreden sloegen we na afloop onze vleugels uit en verdwenen we weer naar alle windstreken met ons eigen vogelverhaal en de klanken van ons eigen deuntje. Hopelijk komt er een vervolg op dit avontuur. Wil je meer beelden zien en liedjes horen? Klik dan door. Voor de Roemeense katholieke tv mocht Els Claessens vertellen over haar roeping en over het sterke impact van bibliodrama hierin. Het is een heel evrhaal maar echt de moeite waard om het te bekijken. We zijn heel blij met haar getuigenis. Zie hier het filmpje. Zo begint de tekst van Murat, één van de deelnemers aan het Interfaith Bibliodrama weekend in Kortrijk. 30 jaar geleden vertrok hij uit Azerbeidjan op de vlucht voor verdrukking en geweld en de hoop op een vredevolle en betere wereld hield hem op de been. Het weekend dat hij deelde met deelnemers uit Duitsland, Zweden, Vlaanderen, Nederland en Finland betekende voor hem en de andere mensen een eiland van hoop en vrede. Met bibliodrama, zang, dans, creatieve verwerking en poësie verkenden we de dromen uit het verhaal van Jozef uit de Bijbel en Yussuf uit de Koran. We ontdekten hoe dicht ze bij elkaar staan en hoe ze ook ons nog kunnen inspireren. Met gebeden in het Engels en het Arabisch verbonden we ons met elkaar, met de Ene en met de wereld. Er ontstons een eiland van vrede dat nu verspreid wordt door alle 1é de deelnemers... We hopen op méér eilanden als deze. Lees meer op deze pagina.
In Turku worstelden we met het heden en de toekomst: hoe zuchten en kreunen we met elkaar onder onrecht, onder kwaad dat wij zelf doen en dat ons wordt aangedaan?
Hoe houden we het uit met het Kleine meisje Hoop, met de adem die ons beweegt en in leven houdt? Voor wie is er eigenlijk toekomst? Wie opent de toekomst? Die vragen droeg ik met mij mee op de reis terug. Met Romeinen 8 kon ik in bibliodrama-opzicht niet zo veel. Maar de vragen waren met weerhaakjes gebleven. Dus ging ik thuis op zoek naar teksten en verhalen die ook de neerslag vormen van ons zuchten en kreunen als mensen. Zo kwam ik terecht bij het verhaal bij die mensen waarover Matteus schrijft in een gelijkenis. Een bruiloftsfeest waarop je wacht, waar je je op voorbereidt – maar waarvan je niet weet wannéér dat is en met wie je daar zult zijn. De gelijkenis bracht me overigens niet veel verder: ook hier is de toekomst onzeker, ook hier zijn er mensen die daar geen deel van uitmaken. Ik presenteerde deze gelijkenis als ‘weerbarstige tekst’ om open te breken. Zou het lukken om al spelend een deur te openen? En ja: er was iemand die zich inleefde in de rol van de deur. Die deur wilde niets liever dan mensen binnen laten die bereid waren om vól te houden en zich vóór te bereiden. Je kon niet zomaar naar binnen. Eerst kon dus alleen de bruidegom en de stadsomroeper naar binnen. Verder bleef het leeg in de zaal. Mensen meldden zich zonder olie, ze riepen en smeekten. Ze kwamen niet binnen. Toen werd de ommekeer ingezet. Al spelend ging de bruidegom weer naar buiten! En de deur liet hem gaan om te zoeken naar nieuwe feestgangers die de eerste ronde gemist hadden – want wat zou het niet fijn zijn als zoveel mogelijk mensen opgelucht adem kunnen halen, en méé kunnen doen in dat feest van de hoop. |
Auteur
Jes ,Anne en Tineke delen graag kleine stapjes van elke dag om het leven te spelen, te leren en te vieren. Misschien inspireren ze jou. Archieven
Juni 2024
Categorieën |