![]() Een middag met kinderen die het allermoeilijkste doormaken: hun papa verliezen… Of hoe het huis dat ze tekenen kan helpen om hun verhaal te vertellen! Een tafelgrote flap papier, en voor elk van de vier een dikke stift. Twee keer twee zussen… Opdracht: teken een huis. Met wat overleg geraken ze het eens: er komen twee verdiepingen én een zolder. De oudste tekent de buitenmuren, de jongste zet het dak erop mét een scheve schoorsteen. Nu alle kamers nog: keuken, woonkamer, zithoek, badkamer, een slaapkamer voor elk, één of twee wc’s natuurlijk, de werkkamer van mama en papa, hun trouwkleren mogen op zolder, en dan hebben ze nog bergruimte nodig voor de kerstboom en -bollen, en voor speelgoed waar niet meer mee gespeeld wordt… Zo: huis klaar. Véél sneller dan het gebouwd kan worden! Oeps, de tuin nog vergeten! Ik leg een knalgele zon boven het dak: wat zou dat kunnen betekenen? Mooi weer natuurlijk, klinkt het in koor, het is zomer én vakantie… En wat het betekent als de zon ook binnen in het huis schijnt? Even spontaan en in meerstemmig koor: de mensen die er wonen zijn gelukkig, alles gaat goed in dit huis, iedereen blij… Waaraan merk je dat dan, op de verschillende plekjes van het huis? Er is veel licht en ’s avonds kaarsjes, veel kleuren en vlaggetjes in de tuin, er bloeien bloemen, het ruikt naar lekker eten, er speelt muziek, de mensen lachen, ze spelen spelletjes samen en knuffelen in de zetel, vriendjes mogen komen spelen, soms is er feest, … Ik haal de zon weg, er komt een onweerswolk met bliksem in de plaats. “Daar ben ik bang voor”, zegt de jongste en kruipt tegen grote zus aan. “Wij maken altijd ruzie, maar als het dondert, mag ik bij zus in bed”, flapt ze er achteraan. En allebéi vinden ze dat blijkbaar een heel veilig gevoel… Maar wat als het binnen in huis ook bliksemt en dondert? Dan is er iets heel ergs gebeurd. Ze kijken ernstig, alle vier. Het gaat slecht, de mensen maken ruzie, en gaan misschien wel scheiden. Of er is iemand dood gegaan. Er is iemand heel ziek geworden, en ze hebben geen geld meer genoeg om te betalen. Iemand is werkloos geworden, of er is oorlog gekomen, … Kan je dat zien aan het huis, en aan de mensen die er wonen dat er iets ergs gebeurd is? Zeker wel, knikken de hoofdjes. De rolluiken blijven dicht en het is stil in huis. De bloemen zijn verdord, ze vergeten de plantjes water te geven. Er wordt hard geroepen, mensen wenen, ze weten niet wat gezegd, ze verstoppen zich, ze zitten alleen elk op hun kamer. Ze slaan met dingen en met de deuren, gooien dingen kapot. Ze begrijpen elkaar niet, soms lopen ze weg. Er is geen tijd voor lekker eten koken of pannenkoeken bakken. Iedereen is bang om iets verkeerd te zeggen of te vragen. Alles lijkt grijs en grauw, of zwartwit, en je hebt het koud van binnen… Tegenover de onweerswolk leg ik de zon terug, en tussen die twee in: een regenboog. Soms is het onweer nog niet voorbij, maar de zon schijnt al weer, en dan verschijnt er soms een regenboog. “Daar ken ik een verhaaltje over”, valt de tweede jongste me bij, “aan het einde van de regenboog heeft een kabouter lang geleden een pot vol goud verstopt. O als ik die kon vinden, dan… kocht ik àl het speelgoed van de wereld!” Grote zus van bijna 11 ontkracht haar fantasie. Ze heeft het zélf gezien, op National Geographic: een regenboog heeft geen begin of einde. Vanuit de ruimte bekeken is de regenboog een cirkel zonder einde of begin. Ze noemen alle kleuren op, en zoeken even naar de juiste volgorde, want de puntjes moeten op de i. Toch voor de oudste twee. En ééntje weet zelfs van die regenboog van God. Die schilderde hij in de wolken toen de lange regen voorbij was, en het duifje weer kon vliegen. Het was wel lang geleden, zegt ze. Waarom zouden ze hier alle drie tesamen liggen: het onweer én de zon én de regenboog? Dat is toch gewoon zo in het leven, zegt zus wiens naam betekent ‘leven’. Dat had ze net voor ons gesprek in het midden gegooid: ik weet wat mijn naam betekent. Leven dus: soms zon, soms storm, bliksem, stortbuien, en soms ook die regenboog. Zonder het onweer en de zon, verschijnt er nooit een regenboog! Dat weet de àndere zus, wiens naam niets betekent, of dat is toch wat ze dénkt… Ze zou eens moeten weten. (Als ze die pot met goud vond aan het einde van de regenboog, dan zou ze niet langer prinses, maar helemaal de koningin te rijk zijn misschien!) Zou dat ook in het huis mogelijk zijn dan? Dat zelfs als er iets ergs is gebeurd de zon tóch weer gaat schijnen op de duur? En dat de mensen die er wonen dan tóch weer kleuren kunnen zien? Misschien zelfs beter en mooier en feller dan ooit? Dat kàn misschien wel, zegt zij wiens papa plots heel veel sneller dan voorzien, voorgoed voorbij was. Ik zie haar twijfelen, haar heen-en-weer tussen heel verdrietig en zelfs boos zijn en de dagen waarop het leven toch weer mooi lijkt. Soms is de regenboog even snel weer weg als ze gekomen is, aarzelt ze. Soms verdwijnt ze langzaam, en even later is ze terug, soms zie je er maar een heel klein stukje ervan, en soms ook helemaal niet… Wat heeft dit huis en de mensen die er wonen, wat heb jij nodig om de zon weer te zien schijnen, de kleuren van de regenboog te zien, en weer gelukkig te zijn? Kan dat wel, als er iets ergs gebeurd is, dat je toch weer gelukkig wordt? Kan dat altijd? Zouden mensen kunnen leren om de regenboog te zien, ondanks de regen en het onweer? Wat kan jou helpen daarbij? Onvoorstelbaar, hoe goed ze het weten, de grote en de kleine zussen, wat ze nodig hebben dan. Wonderlijk hoe ze dat hier zomaar delen met elkaar, en hoe aanstekelijk het werkt… Als de mama’s hen komen ophalen, willen ze elk een zon én een onweerswolk én een regenboog mee naar huis. Wie weet wordt het een ‘handvaatje’ om thuis iets over ons gesprek te vertellen, en zo thuis het gesprek op gang te brengen… |
Auteur
Jes ,Anne en Tineke delen graag kleine stapjes van elke dag om het leven te spelen, te leren en te vieren. Misschien inspireren ze jou. Archieven
November 2024
Categorieën |